| 1. Eerst... tekenen Maak een plattegrond op schaal. Vul woning, perceelsgrenzen, rand van de openbare weg, putdeksels enz. in. Teken de te verharde oppervlakten in met afmetingen, steensoorten, afboordingen, legpatronen, enz. Maak aan de hand hiervan uw bestelling op. |
| 2. Dan het terrein op Zet de maten van het plan uit op het terrein en baken de werkoppervlakken af met paaltjes. |
| 3. Bepaal de hoogte Begin tegen de woning zo'n 5 cm lager dan de onderzijde van de vooruitspringende dorpel. |
| 4. En bij gelijkliggende dorpels ? Als de dorpels gelijk liggen met het muurmetselwerk, is 3 cm vanaf de bovenzijde voldoende. |
| 5. Blijf altijd onder dit niveau ! Ga nooit boven de waterkerende laag in het muurmetselwerk. Plaats verharde oppervlakten altijd hellend in één richting, voor een goede waterafvoer via de watergeul. Reken hiervoor een helling van 2 cm per dalende meter. |
| 6. Breng merkpunten aan Markeer het hoogste niveau aan deur of poort en breng dit over via een aantal merkpunten, bijv. om de 5 m, naar het laagste niveau. Span een koord van merkpunt tot merkpunt en u hebt het totaal hellend verloop van de verharding. |
| 7. Bereken nu diepte Voor u gaat graven, berekent u de diepte = dikte van de steen + dikte van de zandcementstraatlaag + dikte van de eventuele steenslagfundering. |
| 8. Even controleren Als het graafwerk voorbij is, meet u vanaf de gespannen koord tot op het uitgegraven vlak. |
| 9. Te diep gegraven ? Geen probleem, vul opnieuw aan: liever met funderingsmateriaal dan met losse aarde. Zorg ervoor dat uw ondergrond goed vast ligt. |
| 10. Tijd voor de fundering Breng de steenslag aan: een prima onderbouw voor verhardingen en tegelijk drainagelaag. |
| 11. Welke soort en laagdikte ? Spreid een laag van 10 tot 30 cm steenslag kaliber 0/40 (steengrootte 0-40 mm) gelijkmatig uit. |
| 12. Goed aandrukken is de boodschap De steenslag stevig aandammen of aantrillen. Opgelet ! Hou rekening bij uw bestelling met volumevermindering van 20 tot 30%. |
| 13. Nu ... de straatlaag (het gestabiliseerd zand) Werk met paslatten om de dikte van de laag aan te duiden: afstand tussen bovenkant en paslat en koord = hoogte van de te plaatsen stenen. |
| 14. Breng de paslatten aan Plaats 2 rechte paslatten evenwijdig met de koord op de juiste hoogte, afhankelijk van de gewenste laagdikte. Deze dikte wordt bepaald door de draagkracht van de grond. Hoe vaster de grond, hoe dunner de laag. De dikte kan variëren van 5 tot 15 cm. |
| 15. De ideale samenstelling Een goede zandcementstraatlaag bestaat uit een droge mengeling van 1 m³ zand + 100 tot 150 kg cement of 10 delen zand op 1 deel cement. Kleine hoeveelheden mengt u zelf, grotere worden gebracht van de mengcentrale. Opgelet ! Altijd dezelfde dag verwerken, want de volgende dag is de cement uitgehard en onbruikbaar. |
| 16. Uitspreiden Verdeel het mengsel gelijkmatig met de hark over het oppervlak. Zorg ervoor dat het zo'n 5 cm hoger komt dan de paslat (hou hiermee rekening bij de bestelling van het gestabiliseerd zand). |
| 17. En weer aandammen Dam de zandcementlaag aan met de trilplaat die nu nog ca. 1 cm boven de paslat zal uitsteken. |
| 18. Even gelijk maken Trek met een lat die steunt op de paslatten het overtollige zandcement weg. |
| 19. Eindelijk ... stenen leggen Plaats de stenen in het gewenste verband over het hele oppervlak. Gebruik de stenen uit verschillende verpakkingen door mekaar. Neem ze er in verticale richting uit. Als u ze legt, loopt u wel over de geplaatste stenen. Druk de stenen aan met een trilplaat. |
| 20. Bravo ! Naargelang de breedte van de voegen werkt u af met fijn of grover zand. Bestrooi overvloedig, veeg enkele malen in en besproei eventueel met water om de voegen met zand te verzadigen. Het overtollige zand laat u enkele weken liggen en u keert regelmatig de voegen dicht. Pas vanaf de 2e week na plaatsing mag u met uw voertuig op de oprit rijden. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten